Kleine Plevieren zijn pionierssoorten. Ze broeden het liefst op kale grond en zijn meestal te vinden op plekken in de buurt van water. Waarbij ze de voorkeur geven aan zoet water. Ze lopen zenuwachtig heen en weer langs (duin)meertjes, plasjes en de oevers van rivieren. Als broedvogel kan de soort het ene jaar volop aanwezig zijn in een gebied terwijl ze het jaar daarop volledig zijn verdwenen. Op het strand of in getijdengebieden met zout water zul je Kleine Plevieren, in tegenstelling tot Bontbekplevieren, niet zo snel vinden.
Kleine Plevier © Lars Buckx
Kleine Plevieren lijken behoorlijk op Bontbekplevieren. Ze zijn echter iets kleiner en hebben een dunnere snavel. In vlucht ontbreekt de licht vleugelstreep die bij Bontbekplevier wel te zien is. Kleine Plevieren zijn te herkennen aan de gele oogring, volledig zwarte snavel en vleeskleurige poten. De poten van een Bontbekplevier zijn volledig oranje. Verder hebben Kleine Plevieren een witte buik en borst en bruine bovendelen. Over de borst loopt een zwarte band die helemaal doorloopt tot in de nek. Ook op het voorhoofd en net boven de snavel is een klein zwart bandje zichtbaar. Het voorhoofd is wit.